donderdag 5 augustus 2004

In de rij

Ik ben kwaad en gefrustreerd. Het mooie weer kan het niet goedmaken. Ik heb trouwens nooit van hitte gehouden.

Het begin was nochtans veel belovend: lekkere grieten, bier en muziek. Ons compagnie was weer eens op het terras van de Irish pub beland.

Toen Front 242 op de kaai verscheen, had de bende geen zin om te gaan, wegens te duur om slechts 1 groep te zien. De elektroband was immers de laatste in de rij. Ik was wel een trotse bezitter van een entreebandje; dus trok ik alleen naar het plein. Dat deerde me niet, want net zoals tijdens de film heb je niemand nodig om te kijken, te luisteren en te genieten. (Een bende vrienden maken het gebeuren wel zoals een kers op de taart af, maar in se hoef je niet vergezeld te zijn…)

Dat de grote mensen steeds vooraan staan, ben ik stilletjesaan wel gewoon aan het worden. Niet dat ik het goedkeur; ik blijf een voorstander van een ingedeeld veld met zones volgens grootte; maar hier en daar vind ik wel een kijkgaatje. Sommige zakken houden blijkbaar van bodycontact en komen 2 centimeter voor mijn neus staan, desondanks de psychologische body-grenzen, waarbij je mensen slechts zo dicht bij je laat komen als je ze een tong wilt draaien. Misschien waren het homo’s…

Toch maakte dit me niet nijdig, want als je af en toe een pint in hun onderbroek kapt, verzetten ze zich. Ik stoorde me veeleer aan voorbijgangers. Festivalgangers lopen heen en weer en ze zullen daar hun redenen voor hebben waarom ze tijdens een optreden een ommetje maken. Alleen vind ik het jammer dat ze steeds langs mij de rij willen doorbreken. Staat er soms op mijn hoofd ‘deur’ of hangt er een stickertje ‘hit me’? Ik dacht het niet. Mocht dit een sollicitatie boksbal, deur, opening of dergelijke geweest zijn, werd ik met glans en glorie aangenomen.

Ik begrijp best dat mensen een weg zoeken en dat kleine mensen nu eenmaal gemakkelijk weg te stampen zijn, maar dan nog is het af te keuren. Sommigen zijn elegant. Ze maken een gebaar dat ze willen passeren of zeggen pardon. Voor hen doe ik met plezier een stapje opzij. Anderen bestormen me liever langs achter, geven een goede por en wringen zich erdoor. Twee leden van deze boertige groep zullen twee keer nadenken voor ze dit weer doen. De eerste heb ik bij zijn duwpoging uit evenwicht gebracht zodat de man plots 5 meter achteruit vloog, of hoe je een kracht van een ander kunt gebruiken om jezelf te redden. Nummer twee wou met zijn vriendin hand in hand me uit de rij stampen om te kunnen passeren. Hij op kop, het kippetje erachter. Helaas voor hem dat ik zijn teer geliefde de pas afsneed door de rij terug te sluiten. Het meisje in kwestie had meteen door dat haar Romeo helemaal niet zo lief was voor de medemens. Zij excuseerde zich in zijn plaats en gaf ‘m nog flink onder zijn voeten erbij.

Het zou toeval kunnen geweest zijn, dat mensen juist mij eruit pikten om de lijn te doorbreken, ware het niet dat ik een experiment uitvoerde. Ik liet links van mij een opening van meer dan 35 cm, wat bijna een deuropening is. Rechts sloot ik goed aan, waar in principe geen opening meer was. De helft zag en gebruikte de gemaakte gang en een minderheid die van rechts achter mij kwam, bleef achter me totdat ze de opening bereikten. Toch bleven er dwarsliggers die per se langs rechts de lijn wouden breken, terwijl ze enkel maar een stap verder moesten zetten om gemakkelijk te kunnen passeren. Is dit dan ook toeval? I don’t think so.

Na Front 242 ’s performance ging ik op en parketten vloer staan. De vloer was mega-lang en breed. Ik stond uiterst rechts, wat geen doorgang was en weer gebeurde hetzelfde. Op een ruimte van nog geen 7 cm werd ik van links naar rechts geduwd. Voor een dikkerd, waar ik 3 keer in pas doe ik mijn hoed af. Hij slaagde erin om me te passeren op die 7 cm zonder me te raken.

Bij deze een warme oproep: als die dikkerd het kan, kan jij het ook. Loop mensen niet omver als je op een festival rondwandelt en sta ook niet zo dicht tegen me aan, tenzij je me een tong wilt draaien (en vrouw bent en geen snor of baard hebt)