donderdag 28 oktober 2004

Maan

Wachtend op de muze zat ik daar, in het maanlicht met een fles wijn. Het was bewolkt en het waaide, maar hier binnen was het lekker gezellig. Net op het felste lichtpunt van Janneke maan, werd het toch wel donker, zekers! Een of andere pipo had de stekker van het hemellichaam uitgetrokken. Daar zat ik dan, te blinken in het donker. Op de tast grabbelde ik naar mijn gsm. In donkere tijden brengt dit toch nog enig licht in mijn leven.

Klingelingeling! Gloegloegloegloegloe.

Een rode vloeistof liep over mij en mijn toetsenbord. Miauwend trippelde de poes op me af. Enkel de oogjes zag ik. Ze likte aan mijn klavier. Ook poezen weten wat lekker is…

Daar was Janneke Maan weer. Van de wijn was niks meer te bespeuren, op de scherven na.

“Stoute poes”zei ik. “Nu moet het baasje weer een nieuwe fles openen” Je moet immers iemand de schuld van je eigen fouten kunnen geven, geleerd in het bedrijfsleven.

De poes zelf zei niks. Die had immers een kater.