maandag 9 oktober 2006

klantendienst

Nu ben ik wel heel wat gewoon van telefonische klantendiensten – wellicht al een beetje beroepsmisvorming – maar deze week werd ik met verstomming geslagen.

Ik belde voor een afspraak in het ziekenhuis. U kent dat wel, medische ongemakjes. Een dame aan het onthaal nam op en begroette me op redelijke wijze. Voor een afspraakje kon ik echter niet bij haar terecht. Een akelig viooldeuntje maakte me duidelijk dat ik op een wachtlijn stond en even later had ik een zekere Jan aan de lijn. Maar ook Jan kon me niet verder helpen, want ik was ‘ aan de verkeerde kant’ , wat hij met deze cryptische omschrijving ook mocht bedoelen.

En ja hoor, daar kwamen de violen weer aan.

Enkele coupletten later verloste een man me uit mijn lijden.

“Allo?”

Ik legde hem uit – voor hem de eerste keer dat hij het verhaal hoorde; voor mij de derde keer dat ik het moest vertellen – dat ik een afspraak met hem had …

“Is dat zo?” onderbrak-ie me
“uh ja, ik had er toch eentje gemaakt”
“ Ach zo, ik weet van niks” ging hij op een trage manier verder.

Een beetje verbaasd ging ik dapper verder

“Nu, het geeft niet dat u van niks weet, meneer, want ik wens mijn afspraak af te zeggen.”
“Ik zal het doorgeven.”
“Hoezo, u zal het doorgeven? Op welke dienst ben ik?”
“Dienst? Op geen enkele meneer, ik lig hier zelf in een bed. Ik ben net geopereerd geweest aan mijn schouder.”

…had die pipo me toch wel met een patiënt doorverbonden, zeker?

Zo zie je maar, Jan (en alleman) staat je tegenwoordig in het ziekenhuis te woord.